maandag 23 april 2012


Formule 1-race in Bahrein
Prestige is voor een land van cruciaal belang om binnen de rangorde van landen een rol van betekenis te kunnen spelen.  Sommige landen denken dat te verwerven door de atoombom te ontwikkelen. Andere, die deze fase voorbij zijn, proberen raketten te bouwen met een steeds grotere reikwijdte. De mislukte poging van Noord-Korea en de succesvolle lancering in India zijn goede voorbeelden hiervan.

Kleine landjes moeten het hebben van sportevenementen die op hun grondgebied plaatsvinden. De voorkeur gaat bij voorbaat uit naar prestigieuze golf- en tennistoernooien die met fikse bedragen aan prijzengeld worden opgetuigd. De grote namen, die even tussendoor hun bankrekeningen komen spekken, zetten met hun aanwezigheid het organiserend land toch even op de wereldkaart.

Het Golfstaatje Bahrein heeft jaren geleden voor de Formule 1-race gekozen om bij het glitterwereldje van Peter Stuyvesant te kunnen horen. Dit heeft haar geen windeieren gelegd, want behalve de groeiende belangstelling van de internationale financiƫle industrie voor het land kiezen steeds meer zonaanbidders het als vakantiebestemming.


Vanwege de opstand, die vorig jaar in de hoofdstad Manamah plaatsvond tegen het bewind van koning Hamad bin Khalifa, is de editie van verleden jaar niet doorgegaan. Dit jaar zetten de autoriteiten alles op alles om de draad weer op te pakken, hoewel avond aan avond protest weerklinkt in steden als Bani Jamra. Hier wenst de bevolking nog steeds dat het autoritaire regime plaats maakt voor meer democratie.

Ondanks de tientallen doden die bij die opstand zijn gevallen en de grote weerstand bij het Bahreinse volk, is zondag 22 april de Formule 1-race toch gehouden.

De autoriteiten beweren dat zij de afgelopen maanden allerlei hervormingen hebben doorgevoerd.


Maar de onvrede bij het sjiitische deel van de bevolking omtrent banen, woonruimte en politieke macht is daar niet minder om geworden.


Uit het feit dat zeshonderd activisten nog altijd vastzitten, onder wie de bekende oppositieleider Abdulhadi al-Khawaja (is al 73 dagen in hongerstaking), kan worden afgeleid dat de regering zich daar weinig van aantrekt. Fundamentele veranderingen in het staatsbestel is wel het laatste wat zij wil.

Met onwillige honden is het slecht hazen vangen! 

  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten