Hans Hillens weerzinwekkende
geldingsdrang
Tijdens een
rondreis door Amerika stond ik verbijsterd voor een standbeeld waaronder
behalve de naam van de lokale held ook diens verdienste werd vermeld, namelijk:
indiankiller. Aan die schokkende
ervaring moest ik denken, toen zaterdag het acht uur journaal meldde dat
minister van Defensie Hans Hillen van plan is om de militairen die betrokken
waren bij de beëindiging van de treinkaping bij De Punt (1977) te decoreren.
Als neutrale
maar kritische kijker vraag je jezelf af wat de meerwaarde van zo’n stap is, 35
jaar na dato. Temeer omdat betrokkenen als Kees Kommer (gaf toen leiding aan de
precisieschutters) en oud-commandant van de Nederlandse strijdkrachten Dick
Berlijn (bestuurde toen een van de straaljagers die werden ingezet) dit
resoluut afraden.
Sterker,
Berlijn zei in de uitzending dat Hillen daarmee de woede, frustratie en
het verdriet miskent onder de Molukkers. Met deze zoveelste ministeriële uitglijer heeft
Hillen bewezen niet meer dan een schertsfiguur te zijn die de ene
inschattingsfout aan de andere rijgt. Daarom zou het Nederlandse volk zichzelf
een dienst bewijzen door op 12 september een dikke streep door diens politieke
aspiraties te zetten.
Eerder wilde
hij als demissionair minister ook al zijn zin doordrukken om de overtollige
leopardtanks van het leger aan Indonesië te verkopen, terwijl een grote
meerderheid in de Tweede Kamer dit plan afwijst. De angst dat het Indonesische
leger dit wapentuig in de Molukken en West Papua zou gaan inzetten is niet
onterecht gezien de moordpartij die afgelopen week in Wamena (West-Papua) heeft
plaatsgevonden.
Bij de
grootscheepse vergeldingsaktie van de Kostrad (onderdeel van het Indonesische leger)
tegen willekeurige inwoners van de stad Wamena vonden dertien mensen de dood en
raakten tientallen gewond. Honderden anderen zijn de bergen in gevlucht.
Doordat de media het gebied niet in mocht moet gevreesd worden voor meer
slachtoffers onder de bevolking.
In plaats
van zich druk te maken om dit soort schrijnende gevallen kijkt Hillen liever
weg om in het gevlij te komen van de Indonesiërs. Hij vindt zichzelf een
koopman die desnoods over lijken moet kunnen stappen om deals te kunnen
sluiten.
Hillen zou
een vent zijn als hij in navolging van eerder genoemde onderscheiding ook de
soldaten een lintje opprikt die toendertijd in Rawah Gedeh hebben huisgehouden. Die
mannen verdedigden toen ook de belangen van Nederland, net als de manschappen
bij De Punt.
Wedden dat
hij dit niet aandurft?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten