zondag 29 januari 2012

 
Uitbuiting of koopmanschap?

Voorlopers van de moderne multinationals waren de VOC en de minder bekende West-Indische Compagnie. Beide, toonbeelden van Hollandse koopmanschap, hadden slechts één oogmerk: het geldlaatje van de stichters spekken!
Geen enkel middel werd daarbij geschuwd. Of het nou slavernij was of gedwongen specerijenteelt, alles was geoorloofd.
Tegenwoordig pakken de grote concerns het subtieler aan. Die spannen gewoon corrupte regeringsambtenaren voor hun karretje. Shell bijvoorbeeld, zou zonder dit soort kongsi’s haar monopoliepositie in de Nigeriaanse olie-industrie moeilijk kunnen handhaven.
Onlangs kocht dit Nederlands bedrijf zich voor 30% in in een mega-gasproject in de Molukse wateren. Voorgegaan door het Japanse Inpex en het Indonesiche EMPI, die ieder respectievelijk 60% en 10 % voor hun rekening namen.
Op het eerste gezicht: niks aan de hand zou je zeggen. Maar schijn bedriegt!
De 10% van de EMPI namelijk, kwam oorspronkelijk toe aan de provincie Molukken als eigenaar van de gasbelt. Echter, om verzekerd te blijven van de goodwill van een aantal topfiguren in Jakarta moest deze optie linea recta de prullebak in. De Molukken hield men buiten de deur door simpelweg 10% procent van de exploitatiekosten te eisen. Voor een armlastige provincie is 490 miljoen dollar nou eenmaal een onmogelijke opgave. Maar niet voor de EMPI die een dochteronderneming is van de Bakrie Group. Vernoemd naar een van de rijkste en machtigste families van Indonesië.
De ontelbare miljarden die de drie concerns vanaf midden 2012 gaan oppompen, verdwijnen straks netjes in allerlei maatpakzakken. Het Molukse volk, aan wie in feite de bodemschatten toebehoren, heeft het nakijken.
Geen haan die er verder naar kraait, want het is immers: ‘business as usual’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten